De familie Nuhout van der Veen.
Datum: 15-4-2017Nuhout van der Veen 1756-1969
Er is hier sprake van een familie met een opmerkelijke herkomst en sociale status. Binnen één generatie is de vader nog bakker op de Nieuwendijk in Amsterdam en is de zoon o.a. president van de arrondissementsrechtbank in Alkmaar. Zijn kinderen en kleinkinderen trouwden patriciersdochters of zelfs een jonkvrouwe. Het gehele verdere nageslacht was werkzaam in academische, voornamelijk juridische beroepen.
De familie leefde goeddeels geisoleerd van haar verwanten die minder hoog op de sociale ladder waren gestegen.
In 1969 is de familie uitgestorven.
De genoemde vader is Jacob Nijholt, Nieuhout of Nuhout, die in 1704 in Hattem werd geboren. Zijn vader Jochem Jochems is mogelijk niet uit Hattem afkomstig, maar uit de provincie Groningen. Mogelijk was hij militair; zijn vrouw Maria Abrahams was een dochter van een trompetter.
Opvallend is, dat Jacobs' zoon Joachim ruim vier jaar voor het huwelijk van zijn ouders is geboren. Zou dat, gevoegd bij het toevoegen van Van der Veen aan zijn naam, betekenen, dat Joachim een onbekend gebleven vader in hogere kringen had?
Allereerst volgen wat gegevens over Jochem Jochems , daarna de stamboom van de familie Nuhout van der Veen, uitgaande van Jacob Nuhout.
Jochem Jochems (Nieuholt).
Notitie bij Jochem Jochems: 1698-1715 vermeld als Jochem Jochems, 1717 als Jochem Nieuholt.
Jochem Jochems trouwde met Maria Abrahams van Ottelen.
Maria: 1698 vermeld als Maria van Nottelen. 1701 als Anna Maria van Ottelen, 1704 als Maria Abrahams, 1707, 1710-1717 als Maria van Ottelen, 1709 als Mari Abrahams.
Kinderen van Jochem Jochems en Maria Abrahams:
1. Jochem Jans. Hij is gedoopt op 02-10-1698 in Hattem.
2. Abraham Nieholt. Hij is gedoopt op 24-04-1701 in Hattem.
Notitie bij Abraham: Abraham:
woonplaats: Hattem (1726), 31 okt. 1726 met attestatie van Hattem naar Zwolle, 20 of 21 dec. 1728 als lidmaat aangenomen te Zwolle, wonende "buiten Camp. poort", 29 mei 1729 met attestatie van Zwolle naar Hattem, zomer 1729 (samen met echtgenote) met attestatie van Zwolle te Hattem.
30 april 1764 Testament van Abraham Nijholt en Maria Hartmans, echtelieden, waarbij zij "verclaarden malkanderen en reciprocquelik .. betugtigt te hebben .. in al hare .. na te latene goederen, om bij de langstlevende sijn of haar leven lank usu fructuarie en na tugts rechten .. genoten te worden ..
sullende de langstlevende geen sints verpligt .. zijn aan des selfs kinderen of erfgenaamen tot .. extraditie van staat en inventaris.. malkanderen.. hier van.. dispenseerende.. latende integendeel aan de langstlevende .. vrije dispositie tusschen haarlieder kinderen" (RAG, RA Hattem, inv.nr. 143 fo 81)
bij huw. j.d. van Zwolle.
Abraham trouwde op 03-11-1726 met Maria Hartmans.
Notitie bij Maria: bij huwelijk "van Zwolle"
3. Jacob. Hij is gedoopt op 20-08-1704 in Hattem.
4. Joanna. Zij is gedoopt op 02-01-1707 in Hattem.
5. Nicolaes. Hij is gedoopt op 27-01-1709 in Hattem.
6. Nicolaes. Hij is gedoopt op 31-08-1710 in Hattem.
7. Lulof Nieholt. Hij is gedoopt op 15-02-1713 in Hattem.
Notitie bij Lulof:
woonplaats: Hattem (1726, 1739).
Hij is op 11 okt. 1773 getuige bij het huwelijk van zijn zoon Jacob.
17 april 1781 Testament van Lulof Nijhold en zijn vrouw Willemina yan den Berg, waarbij zij verklaren "malkanderen en reciprocquelik .. betugtigt te hebben in alle haare na te latene .. goederen .. om bij de langstlevende sijn of haar leven lang usu fructuarie en na tugts rechten.. genoten te worden.."
verklaren voorts te prelegateren aan hun drie dochters: aan Willempjen Nijhold indien zij voor overlijden van beiden niet mocht komen te trouwen f. 500, anders f. 300, aan Anna Maria Nijhold f. 350, anders f. 150 en aan Barta Nijhold f. 350, anders f. 150, en verder aan elk van hun dochters "een bedde met sijn toebehorens",
"sulllende haare overige goederen .. vererven op alle haare na te latene kinderen en erfgenamen ab intestato" (RAG, RA Hattem, inv.nr. 143 fo. 146)
Lulof trouwde op 25-01-1739 in Hattem met Wilhelmina van den Berg.
Wilhelmina: bij huw. j.d. van Hattem. In 1744 vermeld als Willemijne Engelenberg.
8. Henrina. Zij is gedoopt op 23-07-1715 in Hattem.
9. Hendrina. Zij is gedoopt op 22-08-1717 in Hattem.
De Nuhout's
I Jacob Nieuwhout (of Nuhout). Geboren in 1704 in Hattem als zoon van Jochem Jochems (Nieuholt) en Maria Abrahams (van Ottelen). Hij is begraven op 16-10-1779 in Amsterdam.
Notitie bij Jacob: bakker op de Nieuwendijk in Amsterdam, had later een beddenwinkel op de Nieuwendijk. Na zijn overlijden is de nering enkele jaren, van 1779 tot 1787, voortgezet door zijn weduwe en een compagnon.
Jacob:
(1) trouwde met Geesje Heckmans.
Ze zijn in ondertrouw gegaan op 20-04-1731 te Amsterdam.
(2) trouwde met Aaltje Boerrigter, geboren omstreeks 1728. Aaltje is overleden op 06-02-1808 in Castricum, ± 80 jaar oud.
Notitie bij Aaltje: bij overlijden 3 kinderen
Ze zijn in ondertrouw gegaan op 14-03-1760 te Amsterdam.
Kinderen van Jacob Nieuwhout (of Nuhout) en Aaltje Boerrigter:
1. Joachim Nuhout van der Veen (II-a), geboren op 23-01-1756. Overleden in 1833.
2. Abraham Nuhout. Hij is gedoopt op 10-04-1761 in Amsterdam.
3. Anna Maria Nuhout. Zij is gedoopt op 01-02-1762 in Amsterdam.
4. Jan Nuhout. Hij is gedoopt op 06-06-1762 in Amsterdam.
5. Femmitje Nuhout. Zij is gedoopt op 05-04-1765 in Amsterdam.
6. <waarschijnlijk> Abraham Nuhout (II-b), geboren omstreeks 1768. Overleden op 26-02-1835.
7. Femma Hendrika Nuhout. Zij is gedoopt op 13-01-1768 in Amsterdam.
II-a Joachim Nuhout van der Veen, geboren op 23-01-1756 als zoon van Jacob Nieuwhout (of Nuhout) (I) en Aaltje Boerrigter. Joachim is overleden in 1833, 77 jaar oud.
Notitie bij Joachim: J. Nuhout Fabritius is mogelijk een zoon, Jacob is dat zeker
Joachim trouwde met Elisabeth Fabritius, geboren omstreeks 1753. Elisabeth is overleden op 15-06-1828 in Alkmaar, ± 75 jaar oud.
Kinderen van Joachim Nuhout van der Veen en Elisabeth Fabritius:
1. <waarschijnlijk> J. Nuhout Fabritius (III-a).
2. Jacob Nuhout van der Veen (III-b), geboren omstreeks 1779. Overleden op 28-09-1837.
(1) Levensbijzonderheden uit het Nederlands Biografisch Woordenboek:
VEEN (Joachim Nuhout van der), geb. te Amsterdam 23Jan. 1756, overl. te Alkmaar 12 Apr. 1833, zoon van Jacob N.v. d. V. en Aalt je Boerrigter. Na voor de academische lessen te zijn opgeleid bij den rector der latijnsche school te Ootmarsum, studeerde hij te Leiden, alwaar hij 21 Sept. 1776 werd bevorderd tot doctor in de rechten. In 1777 werd hij benoemd tot schout en secretaris van Castricum en Baccum, 13 Nov. van dat jaar nog tot notaris te Castricum. Der patriottische partij zeer toegedaan, was hij in 1787 secretaris der commissie ter directie van het noordhollandsche gewapende burgerleger. In de 1 Mrt. 1796 geopende Nat. Vergadering had hij zitting voor het district van de Noordzee, hoofdplaats Beverwijk; meermalen bekleedde hij het voorzitterschap dezer vergadering; daarin uitte hij 20 Oct.den wensch tot afschaffing van de doodstraf. In het laatst van Mei 1799 werd hij door het kiesdistrict Westzaandam tot lid van het Vertegenwoordigend Lichaam verkozen. 4 Febr. 1796 werd hij door de Provis. Representanten van het Volk van Holland, 26 Febr. 1806 door het Depart. Bestuur van Holland benoemd tot dijkgraaf van de Hondsbossche en duinen tot Petten. Reeds vroeger voor zijne betrekkingen van schout en secretaris te Castricum bedankt hebbende, verhuisde hij in het begin van 1811 naar Alkmaar, waar hij door keizer Napoleon 24 Jan. tot lid der rechtbank van eersten aanleg, 19 Mei tot lid van den municipalen raad benoemd en reeds 13 Aug. als voorzitter der rechtbank geïnstalleerd werd. Hij bleef in deze functiën tot aan zijn dood. Als oudste raadslid trad hij in Febr. 1822 op ter vervanging van een der 4 burgemeesters, die in Febr. overleden was en hij bleef burgemeester tot Mrt. 1824. Hij was 27 Mei 1778 gehuwd met Elisabeth Fabritius, geb. te Alkmaar 18 Dec. 1754 en aldaar overl 15 Juni 1828, uit welk huwelijk 24 Febr. 1779 een zoon Jacob, die te Leiden den meestergraad gehaald heeft, te Alkmaar notaris werd en 28 Sept. 1837 aldaar overleden is. Deze Jacob vertaalde uit het fransch van B. Ducos, De Abdij van Grasville (Leiden 1803, 2 dln.).
27 Mei 1828 werd de gouden bruiloft der ouders, die een buitenverblijf in den Hout bewoonden, met grooten luister gevierd. De bruidegom ontving bij die gelegenheid van de vrijmetselaren der hooge graden een zilveren kan (waarvan eene groote afbeelding in steendruk bestaat) en van de leden der loge "de Noordstal" te Alkmaar een zilveren drinkbeker, beide met maçonnique emblemen versierd.
N. v. d. V.'s portret komt voor in klein medaillon als secretaris der defensie-commissie in 1787, gegraveerd door A. Hulk, in silhouette in C. Rogge, Geschiedenis der Staatsregeling, en als president der Nat. Vergadering, gegraveerd door R. Vinkeles.
Bruinvis.
(2) Levensbijzonderheden over rechters, benoemd door Napoleon, verzameld door Mr. M. van Boven:
NUHOUT VAN DER VEEN, Joachim; Personalia: NH; * Amsterdam 23-1-1756 - + Alkmaar 12-4-1833; (eenvoudige komaf) zn. van Jacob Nuhout (Nieuwhout), beroep onbekend, en Aaltje Boerrigter; tr. 1778 Elisabeth Fabritius, dr. van Ernst, spekslager en verhuurder van paarden te Alkmaar;
Loopbaan: studie rechten Leiden (promotie 1776); 1776 admissie advocaat Hof van Holland; vestigde zich te Amsterdam, 1777-1811 baljuw van Bakkum, 1777- 1811 notaris Castricum, 1787 secretaris van de commissie ter directie van het Noordhollandse gewapende burgerleger; 1796 -1802 aktief in de nationale volksvertegenwoordiging, 1796-1811 dijkrechter (vanaf 1806 dijkgraaf) van de Hondsbosse en de duinen bij Petten; werd in juli 1811 president Rb Alkmaar en bleef dit tot zijn dood, was bovendien in 1811 lid arrondissementsraad Hoorn en Alkmaar, en vanaf 1815 lid gemeenteraad Alkmaar en vanaf 1822 tijdelijk burgemeester; aktief vrijmetselaar, grootmeester Alkmaarse vrijmetselaarsloge De Noordstar en grootmeester- nationaal hoge graden van de orde van vrijmetselaars in Nederland;
Opgave 1810: verklaarde dat de inkomsten uit zijn vermogen, bestaande uit Hollandse effecten en enige huizen en landerijen, onzeker waren; was toen gehuwd en had een kind;
Bronnen: Van Ette, Onze volksvertegenwoordigers; Dresch Inv.; Nationaal Archief MJP,332, 81; Hartong, Protocollen, 180; B.H. Engberts, "De stichting van de Alkmaarse vrijmetselaarsloge", Alkmaars Jaarboekje 7 (1971) 126; Elias, Volksrepresentanten, 238-239;
(3) Bijzonderheden over de slag bij Castricum in 1799
Slag bij Castricum in 1799
In het Noordhollands Dagblad van juli 2003 stond een artikel waarin vermeld stond dat kinderen van Castricumse basisscholen weinig tot niets wisten over de enorme gevechten die hier plaats hebben gevonden in het jaar 1799. Nog verontrustender was het feit dat de leerkrachten van de scholen ook hoegenaamd geen weet hadden van de Slag bij Castricum.
Daarom onderstaand artikel.
"De Vergeten Oorlog"
In de Arc de Triomphe in Parijs staat o.m. gebeiteld: "Alkmaar 1799", maar deze glorieuze overwinning was lange tijd in de Nederlandse geschiedenisboekjes vrijwel niet terug te vinden.Tot voor enkele jaren geleden was er nauwelijks een monument, gedenk-steen of andere herinnering aan het enorme bloedbad dat in 1799 in Noord-Holland aan ruim 20.000 mensen het leven kostte.
Sir Ralph Abercrombie, Generaal Engels-Russisch
leger met 35.000 man
Guillaume Brune, generaal Frans-Bataafs leger met 30.000 man
In augustus 1799 zette een Engels-Russisch invasie- leger voet aan land op de kust van Noord- Holland nabij Callantsoog. Doel was: een einde te maken aan de Bataafse Republiek en de Franse hegemonie op het continent te beginnen in Holland.Er werd zwaar en bloedig gevochten van Den Helder tot Castricum, maar een doorbraak van het invasieleger bleek echter niet haalbaar. In oktober 1799 werd een wapenstilstand gesloten en in november 1799 aanvaardden de Engelsen en Russen de aftocht.Dorpen als Schoorl, Bergen en Castricum waren leeggeplunderd en grotendeels verwoest. De Bataafse vloot bleef afzijdig omdat de Oranjegezinde matrozen weigerden te vechten tegen de Oranjevlag en werd derhalve door de Engelsen veroverd. Daarom werd een makkelijke landing ingezet door een krijgsmacht van 22.000 Engelsen en 12.000 Russen. Zij gingen in Callantsoog (Huisduinen) aan land. Het weer was redelijk goed met een sterke branding.
Er was een behoorlijke tegenstand van de Bataafse
jagers in Zijpe die echter vrij spoedig teruggedreven werden. De Bataafse
troepen o.l.v. generaal Daendels vluchtten in paniek.Andere Bataafse bataljons
wisten de Engelsen echter weer enkele kilometers terug te drijven maar werden
tot staan gebracht door hevig kanonvuur van de vloot.De eerste dag was
uiteindelijk een ramp voor de Bataven: 1.400 man gedood, gewond of vermist. Den
Helder en later Texel werd bezet door de Engelsen.De Bataafse
bevelhebberDaendels trok terug naar de lijn Alkmaar/Avenhorn.
Op 1 september trokken de Engelsen voorwaarts
en namen de Zijpe in bezit en plaatsten voorposten in Warmenhuizen, Dirkshorn
en Schagen. Er gebeurde enkele dagen niets bijzonders totdat het Frans-Bataafse
leger op 10 september de aanval inzette en de Engelsen weer terugdreef tot in
Sint Maarten.
Helaas van korte duur, want de Engelsen
noodzaakten Daendels weer naar zijn stellingen terug te trekken.
Ook andere Bataafse bataljons slaagden er niet in op te rukken. De Fransen
verlieten Schoorl al vroeg in de morgen en rukten op naar Krabbendam maar leden
zware verliezen. Ook zij trokken zich terug. Het totale verlies was 1.759
mannen.
Bataafse Huzaar
Op 13 september arriveerden diverse bataljon
Russen, zodat de totale krijgsmacht nu ruim 35.000 man bedroeg.
Met 4 kolonnes zetten de Engelsen en Russen op 19 september om 8 uur 's morgens
de aanval in op Bergen. Bergen was totaal niet bedacht op een aanval en het
resultaat was dat de Russen Bergen binnen- trokken en het grote plunderen begon.Echter
de volgende morgen zetten de hergegroepeerde Bataven en Fransen de tegenaanval
in en heroverden Bergen terwijl intussen ook Schoorl weer in Frans/Bataafse
handen was gevallen.De verliezen waren aan beide zijden weer groot: 3.986 in
het Engels-Russische leger en 3.755 aan Bataafs-Franse kant.De dagen na de slag
werden besteed aan het versterken van de posities en het uitbreiden van de man-
schappen met reserves.
Opnieuw trokken de legers op 2 oktober tegen elkaar op. Schoorl en Schoorldam vielen al snel in Russische handen. De strijd om Bergen echter golfde heen en weer, dit kostte aan 2.000 Franse en 2.125 Engelsen het leven.De schade was enorm. Grote delen van Noord- Holland waren overstroomd, dorpen veranderd in ruïnes, dijken, vaarten, molens, bruggen en wegen waren vernield.Toch werden de Frans-Bataafse troepen langzaam maar zeker teruggedreven. En ze bezetten nu posten te Akersloot, Limmen, Bakkum en in de duinen.
De strijd om deze dorpen zou uit- groeien tot een complete veldslag waarin beide zijden meer en meer troepen in de strijd wierpen.Op zondag 6 oktober om 7 uur 's morgens vielen de Engelsen Limmen en Akersloot aan en de Russen trokken op naar Bakkum-Noord en de duinen. Al snel bereikten ze ook Castricum. Vanuit Egmond rukte een andere Engelse kolonne, via het strand, ook op naar Castricum.
Castricum werd verdedigd door 3 Franse bataljons die zich aanvankelijk nog wisten te hand-haven. Maar de druk van de Russen nam aanzienlijk toe.De Fransen trokken zich eerst terug naar de Zeeweg en later naar de duinen ten zuiden van Castricum in de omge- ving van huidige camping Geversduin.
De artillerie werd op de weg van Castricum naar Heemskerk, nabij Noorddorp, gestationneerd.
Engelse gardist en Russische grenadierEr arriveerden uit Beverwijk nieuwe Frans-Bataafse troepen die al spoedig een tegenaanval op Castricum uit- voerden en het dorp weer heroverden.
Maar vier Russische bataljons slaagden er enkele
uren later weer in het dorp terug te veroveren. Om 3 uur 's middags zwenkten de
Russen naar links in de richting van Uitgeest, maar het terrein was doorsneden
met sloten en zeer drassig.De Fransen vielen hen op het lijf en zij vluchtten
via de Vlooisbrug over de Schulpvaart (vlak bij de huidige stoplichten
Prov.weg.) naar Limmen.
Onmiddellijk gaf de Franse generaal Brune order de resterende Russen in
Castricum met de bajonet aan te vallen.De achtergebleven Russen sloegen in
allerijl op de vlucht en verzamelden zich weer tussen Castricum en
Bakkum.Vervolgens rukte generaal Brune vanuit het westen weer op naar
Castricum, maar stuitte op 5 bataljons Russen. Deze werden echter
tegelijkertijd door een zeer moedig Bataafs bataljon met huzaren
aangevallen.Daarna sloegen de Russen in paniek op de vlucht en was de weg vrij
om het dorp te veroveren.
Op 6 oktober wordt Neeltje Groentjes, 14 jaar oud, door een Russische soldaat in het ouderlijke huis aan de Heereweg te Bakkum dood- geschoten.
De Castricumse pastoor Bommer, signaleerde hoe zelfs nog nà de capitulatie op 2 november 1799, de doortrekkende Franse troepen vele gestolen goederen meevoerden. Hieronder bevonden zich zelfs de muurankers van diverse huizen. "De Franschen dan, Godverzaakers, ongeloovige, gedoopte Heidenen, wil zeggen veel erger als de Heidenen, Ongodisten, Naturalisten, Voltairisten, Sodomieten, daar zijn voorbeelden van op de Egmonden (zelfs van een capitijn).Met een woord, de Heidenen en Turken overtroffen hun in zeeden, want zij zijn de grootste hypokrieten en scheinheiligen, die de duivel ooit heeft kunnen verzinnen, en uitbrijen, zij zagen er in 't plunderen zoo wreed, en verwoed uit, gelijk de burgers getuigden, en ik zelf heb gezien, als of ze met den duivel bezeten waren".
Na zeer zware huis-aan- huis gevechten werd Castricum omstreeks 16.00 uur ingenomen.
Een regiment Franse dragonders achtervolgde de Russen die langs de rand van de duinen (Papenberg en Russenbossen) wegvluchtten, maar zij liepen helaas in een hinderlaag van een Engels eskadron. Hevige strijd werd geleverd aan de Korendijk en in het daarbij gelegen "Krengenbos".
Generaal Abercrombie, wiens positie op het strand
was, besloot de Frans-Bataven aan te vallen via de duinen en om 5 uur 's
middags
braken weer hevige gevechten uit. De vermoeidheid sloeg toe in de
Frans-Bataafse gelederen en ze werden opnieuw uit Castricum verdreven.Toch
keerden de kansen door de moedige inzet van een regiment Bataafse Huzaren. Zij
chargeerden en de infanterie viel aan met de bajonet, terwijl Franse dragonders
en jagers te paard hen ondersteunden.
Castricum werd wederom heroverd.Hevige gevechten vonden plaats tussen Duinweg, Heereweg, Zeeweg en het meertje, ook op de kruising Zeeweg en bij de Hollaan opzij van de Papenberg. Ook op het strand hadden zich intussen hevige gevechten afgespeeld. Een dwars op het strand geplaatste artillerie-opstelling joeg de Engelsen overhaast terug, daarbij door de cavalerie achterna gezeten tot aan Egmond aan Zee.Over en weer bleven er toch voortdurend schermutselingen tussen verspreide legergroepen in de duinen en in Bakkum.Het Engels- Russische leger verloor 2.536 man, het Frans-Bataafse leger1.382 man.
Ooggetuige pastoor Bommer over de plundering van Castricum:
"Het getal der geroofden en gestoolene Edamsche en Lijdsche kaasen is ontelbaar.En die kaasen, die jong en nog in 't zout waaren, met de sabels doorgehakt en vernield.Boter, vaatjes met boter, pas gekarnde boter, onnoemelijk veel werd geroofd. Bij 't Huijs van Juffrouw Nieuwhout van Veen in, daar de officieren lagen, is na hun vertrek nog veel gevonden. De Franschen soldaten kookten de kool in klinkklaare booter, zonder water, gekookt zijnde, konden zij het niet eeten, en wierpen het weg, vernielders, en verkwisters. Het gerookte vleesch, spek en hammen. dat ze maar ontdekte, naamen ze weg. Hennen, eenden en eieren, bijekorven, honing, wijn, bier, genever, brandewijn, room, en melk, alles was van hun gading, en verviel in hunne handen.Kooperen keetels, boerenmelk-ketels en pannen van aardewerk, tinnen leepels, schootelen, borden, trekpotten, staalen vorken, naamen ze weg. Zilveren beugelen, oorijzers met zilveren slooten, en klampen van kerkboeken, afgescheurd en afgekapt, alsook ander zilver en goud, en geld weggeroofd.Bedden, lakens, peluwen, sloopen, deekens, tafellaakens, servetten, jassen, mans- en vrouwe- kleederen, schoenen en zilveren gespen, onbedenkelijk veel.Karren, cheesen, wagens, ja 't ijzer van de wielen, emmers en vaten, was hunne gadingen, daar zijn ook nog paarden weg".
De Engelsen zagen na de verloren slag bij Castricum in dat hun veldtocht niet meer te winnen zou zijn.
Op 7 oktober trokken ze terug naar Zijpe en op 8
oktober viel Alkmaar weer in Frans-Bataafse handen. Ook Hoorn, Enkhuizen en
Medemblik werden weer heroverd.In totaal verloren tijdens de slagen van 1799
ruim 20.000 man het leven.Op 18 oktober werd een zeer obscuur verdrag door
generaal Brune gesloten met de Engelsen. Een verdrag (de Conventie van Alkmaar)
dat beschamend was voor de Bataafse troepen.
De Engelsen en Russen kregen vrije aftocht, de Bataafse vloot bleef in Engelse
handen, 8000 Frans-Bataafse krijgsgevangenen zouden vrijgelaten worden (het
werden er echter maar 1.500) en er was geen betaling voor oorlogsschaden.Maar
ja......Generaal Brune kreeg dan ook enkele zeer prachtige paarden van de engelse
hertog van York.............
Op 19 november waren alle vijandelijke troepen
verdwenen.De mislukking van de Brits - Russische expeditie maakte een politieke
verandering onmogelijk. De Engelsen met aan hun zijde prins Willem, de oudste
zoon van Willem V, hadden daar wel op gehoopt.
De Bataafse Republiek werd nu nog meer afhankelijk van Frankrijk. Onder leiding
van Lodewijk Napoleon werd in 1806 het Koninkrijk Holland gevormd. De prins van
Oranje werd benoemd als koning en ging onder de naam Willem I verder de
geschiedenis in. Pas in 1813 hebben Engelse,Pruisische en Russische troepen ons
land bevrijd en werden we weer onafhankelijk.
II-b Abraham Nuhout, geboren omstreeks 1768 als zoon van <waarschijnlijk> Jacob Nieuwhout (of Nuhout) (I) en Aaltje Boerrigter. Abraham is overleden op 26-02-1835 in Amsterdam, ± 67 jaar oud.
Abraham trouwde met Maria Rikken, geboren omstreeks 1765. Maria is overleden op 18-09-1823 in Amsterdam, ± 58 jaar oud.
Ze zijn in ondertrouw gegaan op 08-01-1796 te Amsterdam.
Kinderen van Abraham Nuhout en Maria Rikken:
1. Johanna Willemina Nuhout (III-c).
2. Willemke Nuhout. Zij is gedoopt op 19-05-1797 in Amsterdam.
3. Johanna Maria Gerardina Nuhout (III-d). Overleden op 02-04-1861.
4. Anna Adriana Nuhout, geboren omstreeks 1805. Zij is gedoopt op 16-11-1804 in Amsterdam. Anna Adriana is overleden op 29-12-1850 in Amsterdam?, ± 45 jaar oud.
III-a J. Nuhout Fabritius, zoon van <waarschijnlijk> Joachim Nuhout van der Veen (II-a) en Elisabeth Fabritius.
J. trouwde met Adriana Ingenata Bakker.
Notitie bij Adriana Ingenata: dochter 22-12-1813 Alkmaar
dochter Cornelia Maria overl. 12-9-1818 (4 jaar en 8 maanden)
III-b Jacob Nuhout van der Veen, geboren omstreeks 1779 als zoon van Joachim Nuhout van der Veen (II-a) en Elisabeth Fabritius. Jacob is overleden op 28-09-1837 in Alkmar, ± 58 jaar oud.
Notitie bij Jacob: notaris te Alkmaar
Jacob trouwde met Catharina Barbara Druyvesteyn, geboren omstreeks 1785. Catharina Barbara is overleden op 07-12-1830 in Alkmaar, ± 45 jaar oud.
Notitie bij Catharina Barbara: zoon 31-3-1811 Alkmaar
dochter 26-11-1814 Alkmaar
dochter Johanna Maria Catharina 31-12-1814 Alkmaar (5 weken)
Notitie huwelijk: ondertrouw 6 bloeimaand 1810 Alkmaar
Kinderen van Jacob Nuhout van der Veen en Catharina Barbara Druyvesteyn:
1. <waarschijnlijk> Joachim Elisa Nuhout van der Veen (IV-a), geboren omstreeks 1811. Overleden op 28-09-1871.
III-c Johanna Willemina Nuhout, dochter van Abraham Nuhout (II-b) en Maria Rikken. Zij is gedoopt op 21-02-1796 in Amsterdam.
Johanna Willemina trouwde in 1822 in Amsterdam met W. van der Linden.
III-d Johanna Maria Gerardina Nuhout, dochter van Abraham Nuhout (II-b) en Maria Rikken. Zij is gedoopt op 19-04-1804 in Amsterdam. Johanna Maria Gerardina is overleden op 02-04-1861 in Amsterdam.
Notitie bij Johanna Maria Gerardina: zoon 2-2-1833 Heemstede
dochter 2-8-1829 Heemstede
Johanna Maria Gerardina trouwde op 25-04-1824 in Heemstede met Gerrit Topsvoort.
IV-a Joachim Elisa Nuhout van der Veen, geboren omstreeks 1811 als zoon van <waarschijnlijk> Jacob Nuhout van der Veen (III-b) en Catharina Barbara Druyvesteyn. Joachim Elisa is overleden op 28-09-1871 in Alkmaar, ± 60 jaar oud.
Joachim Elisa:
(1) trouwde, ± 28 jaar oud, op 09-05-1839 in Alkmaar met Amelia Elisabeth Wilhelmina Uitenhage de Mist, ± 20 jaar oud, geboren omstreeks 1819. Amelia Elisabeth Wilhelmina is overleden op 14-02-1848 in Alkmaar, ± 29 jaar oud.
Notitie bij Amelia Elisabeth Wilhelmina:
zoon 5-8-1840 Enkhuizen
zoon Jacob overl. 2-3-1842 Enkhuizen (19 maanden)
zoon 27-7-1844 Alkmaar (=Joachim)
dochter 24-2-1846 Alkmaar (= Johanna Maria)
zoon 3-2-1848 Alkmaar
zoon Jacob overl. 17-3-1848 Alkmaar (6 weken)
(2) trouwde, ± 39 jaar oud, op 11-09-1850 in Alkmaar met Maria Johanna Henriette Charlotte Biskanter, ± 23 jaar oud, geboren omstreeks 1827. Maria Johanna Henriette Charlotte is overleden op 13-04-1890 in Wemeldinge, ± 63 jaar oud.
Notitie bij Maria Johanna Henriette Charlotte: zoon 3-2-1848 Alkmaar
zoon 4-6-1851 Alkmaar (Johannes?)
dochter 22-11-1852 Alkmaar (Catharina Barbara?)
zoon 18-9-1854 Alkmaar (A.?)
Kinderen van Joachim Elisa Nuhout van der Veen en Amelia Elisabeth Wilhelmina Uitenhage de Mist:
1. Joachim Nuhout van der Veen (V-b), geboren op 27-07-1844. Overleden op 27-11-1922.
2. Johanna Maria Nuhout van der Veen, geboren omstreeks 1846. Johanna Maria is overleden op 27-03-1933 in Den Haag, ± 87 jaar oud.
Kinderen van Joachim Elisa Nuhout van der Veen en Maria Johanna Henriette Charlotte Biskanter:
1. Catharina Barbara Nuhout van der Veen (V-a). Overleden op 30-11-1907.
2. Johannes Nuhout van der Veen (V-c), geboren omstreeks 1852. Overleden op 14-03-1931.
3. Abraham Nuhout van der Veen (V-d), geboren omstreeks 1854. Overleden op 03-04-1897.
V-a Catharina Barbara Nuhout van der Veen, dochter van Joachim Elisa Nuhout van der Veen (IV-a) en Maria Johanna Henriette Charlotte Biskanter. Catharina Barbara is overleden op 30-11-1907 in Nijmegen.
Catharina Barbara trouwde met F.Leo de Leeuw.
V-b Joachim Nuhout van der Veen, geboren op 27-07-1844 in Alkmaar als zoon van Joachim Elisa Nuhout van der Veen (IV-a) en Amelia Elisabeth Wilhelmina Uitenhage de Mist. Joachim is overleden op 27-11-1922 in Scheveningen, 78 jaar oud.
Joachim trouwde, 25 jaar oud, op 19-05-1870 in Amsterdam met Caroline Antoinette toe Laer, 26 jaar oud, geboren op 23-04-1844 in Amsterdam. Caroline Antoinette is overleden op 18-05-1932 in Scheveningen, 88 jaar oud.
Notitie bij Caroline Antoinette: dochter 22-4-1875 Alkmaar
dochter 25-5-1879 Alkmaar
zoon 4-11-1881 Alkmaar
Notitie huwelijk: ondertrouwd 5-5-1870 Amsterdam
Kinderen van Joachim Nuhout van der Veen en Caroline Antoinette toe Laer:
1. Amelia Caroline Elisabeth Nuhout van der Veen (VI-a), geboren op 22-04-1875. Overleden op 12-02-1965.
2. Louise Caroline Nuhout van der Veen, geboren op 25-05-1879 in Alkmaar. Louise Caroline is overleden op 02-02-1964 in Voorburg, 84 jaar oud.
Notitie bij Louise Caroline: woonplaats:
Hilversum
28-10-1898 Den Haag
30-4-1937 Den Haag, Gentschestraat 62
27-4-1943 Voorburg, Dr. Blookerstraat 32
3. Joachim Nuhout van der Veen, geboren op 04-11-1881 in Alkmaar. Joachim is overleden op 28-09-1969 in Voorburg, 87 jaar oud.
Notitie bij Joachim: beroep: advocaat en procureur
woonplaats: Zoeterwoude
5-1-1912 Den Haag
30-4-1937 Den Haag, Gentschestraat 62
27-4-1943 Voorburg, Dr. Blookerstraat 32
6-5-1964 Den Haag Zuidlarenstraat 53
V-c Johannes Nuhout van der Veen, geboren omstreeks 1852 als zoon van Joachim Elisa Nuhout van der Veen (IV-a) en Maria Johanna Henriette Charlotte Biskanter. Johannes is overleden op 14-03-1931 in Clarens (Zwitserland), ± 79 jaar oud.
Notitie bij Johannes: bij huwelijk met Margo Dijkstra: ingenieur 3e klasse bij de afdeeling Waterstaat en Openbare Werken in Ned. Indië te Modjokerto
Johannes:
(1) trouwde, ± 25 jaar oud, op 03-11-1877 in Batavia met Margo Dijkstra.
Notitie bij Margo: zoon 14-8-1878 Modjokerto
kindje overl. 27-9-1879 Leiden (13 maanden)
(2) trouwde, ± 26 jaar oud, na 1878 met Anna Adelaïda Pauline Kraal, ± 16 jaar oud, geboren omstreeks 1862. Anna Adelaïda Pauline is overleden op 09-06-1937 in Clarens (Zwitserland), ± 75 jaar oud.
Kinderen van Johannes Nuhout van der Veen en Anna Adelaïda Pauline Kraal:
1. L.W.Ch Nuhout van der Veen (VI-b).
Ter herdenking + Ir. J. NUHOUT VAN DER VEEN.
De oud-hoofdingenieur 1ste klasse bij den Waterstaat en 's Lands Burgerlijke Openbare Werken, JOHANNES NUHOUT VAN DER VEEN, wiens overlijden wij hier herdenken, behoorde in der tijd tot de vooraanstaande irrigatie-ingenieurs in Indië.
Hij werd geboren 4 Juni 1851 te Alkmaar, bezocht aldaar de lagere school en de zoogenaamde openbare jongensschool, waar de lessen in wis-, natuur- en scheikunde gegeven werden door dr. J. DE GELDER, rector van de Latijnsche school. Intusschen werd te Alkmaar een hoogere burgerschool met 3-jarigen cursus opgericht en hij volgde van 1867-68 de lessen in de 3de klasse als eenige leerling, liep vervolgens aan de H.B.S. te Haarlem de 4de en 5de klasse af en deed in 1870 eindexamen. In 1870 werd hij student aan de Polytechnische School te Delft, deed in 1873 examen B (art. 61-62 civiel en bouwkundig en art. 64, werktuigkundig). In 1875 verwierf hij het diploma van civiel ingenieur op bepaald schitterende wijze.
De vooruitzichten voor afgestudeerde civiel ingenieurs waren destijds in Nederland zeer ongunstig. Na eenige mislukte sollicitaties besloot hij naar Indië te gaan. En hij werd begin 1876 benoemd tot adspirant-ingenieur bij den Waterstaat en 's Lands Burgerlijke Openbare Werken. Zijn eerste plaatsing was te Batavia bij den plaatselijken dienst op het bureau van den ingenieur S. VERBURG. In 1876 werd hij geplaatst te Soerabaja bij den ingenieur G.F. WALTER. Deze zond hem naar Modjokerto met opdracht toezicht te houden op het werk de stuwdam in de Brantas-rivier bij Lengkong.
In 1876 werd hij benoemd tot ingenieur 3de klasse. In hetzelfde jaar werd hem opgedragen in de residentie Kediri bij de desa Damarwoelan een waterstaatswerk uit te voeren, dat dienen moest om het water uit de Kali Konto, door een diepe ingraving, over te brengen naar de Kali Kowan. In de buurt van Damarwoelan, werden fundeeringen gevonden van oude muren uit den tijd van het Rijk van Modjopahit. Deze fundeeringen werden door de bevolking ontgraven en daarvan werden baksteenen gemaakt, die van buitengewoon groote afmetingen en van goede kwaliteit waren, die als bouwsteenen voor bouwwerken werden verkocht en die gebruikt konden worden bij de constructie der gewelfjes over de sluisopeningen. Een inlaatsluis met een doorgraving naar de Kowan kwam tot stand en een afdamming van de Nongko Kendil-tak, ten einde overstroomingen tegen te gaan en al het water te dringen in de Beneden Konto, welke zich ontlast in de Brantas bij Bandjadjedèr.
De stuw in de Brangkal bij de desa Sinoman, niet ver van Modjokerto, indertijd gebouwd door en voor de suikerfabriek Sentanen Lor werd door het gouvernement overgenomen en onderging een zware reparatie. Het toezicht op de rivierdijken langs de Brantas, Porrong-rivier en Soerabaja-rivier tot de hoofdplaats ging geleidelijk op den Waterstaat over en werd aan NUHOUT opgedragen.
In 1879 ging hij wegens ziekte met verlof naar Nederland. Na terugkomst uit Europa in 1881, werd hij eerstaanwezend ingenieur in de residentie Japara te Pati en kort daarop bevorderd tot ingenieur 2de klasse.
Na een binnenlandsch verlof wegens ziekte naar Salatiga, werd hij in 1884 eerstaanwezend ingenieur in de residentie Kedoe, ter standplaats Magelang.
In Februari 1885 werd hij in commissie gezonden naar het Gouvernement Atjeh en Onderhoorigheden en aldaar belast met het maken van een weg van Kota Radja naar Ketapan Doea. Hij werkte daar onder zeer ongunstige omstandigheden in de nabijheid van lagunen, die krioelden van muggen. Hij kreeg hevige malaria, werd reeds in Juni 1885 geëvacueerd naar Java met binnenlandsch verlof naar Soekaboemi. Hij kreeg het Atjeh-kruis 1873-1885 en werd na zijn herstel in September 1885 geplaatst bij de Directie der RO.W. te Batavia. In 1888 werd hij toegevoegd aan den chef der 2de Waterstaatsafdeeling om te Soengapan, afdeeling Pemaulang, residentie Tegal, een prise d'eau te maken in de rivier Waloch. De oud-ingenieur van den 'Waterstaat Ned.-Indië, oud-directeur der gemeentewerken te Leiden, G. L. DRIESSEN, die aldaar aan hem was toegevoegd, deelde mij mede, dat dit werk algemeen beschouwd werd als een der fraaiste en meest geslaagde kunstwerken in geheel Indië en wijlen de hoofdingenieur H. E. VAN BERCKEL oordeelde het tot het geslaagdste irrigatiewerk in zijn geheele afdeeling. In het Gedenkboek van het Kon. Instituut van Ingenieurs 1847-1897 vinden wij onder het hoofdstuk "De vloeiingswerken op Java", van de hand van A. P. MELCHIOR, een afbeelding van dat kunstwerk.
In 1890 werd hij ingenieur le klasse en hem werd in 1891 verlof verleend naar Europa. In 1894 werd hij eerstaanwezend ingenieur in de residentie Batavia, onder den resident VON SCHMIDT AUF ALTENSTADT. In 1897 kreeg hij de zeer bijzondere opdracht om de noodige commissiereizen te doen naar den tempel Mendut in de residentie Keder, ten einde de noodige aanwijzingen te geven om den bovenlast van den tempel tot zoodanige hoogte te verwijderen als noodig zal blijken om het gevaar van vernieling door instorting af te wenden en om na afloop van bedoelde werkzaamheden een project te maken voor de uitvoering van eventueele herstellingen aan dien tempel.
In 't laatst van 1898 werd hij geplaatst bij de Directie te Batavia bij de Afdeeling E. (Irrigatie) en in 1902 benoemd tot hoofdingenieur le klasse. In 1903 met verlof in Nederland vertoevende, werd hij benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. In 1904 werd hij op zijn verzoek eervol ontslagen uit 's Lands dienst, met pensioen. Hij vestigde zich te 's-Gravenhage.
In 1907 verscheen in de April-aflevering van het tijdschrift Onze Eeuw, een artikel van NUHOUT, getiteld: "Irrigatie en Landbouw op Java", waarin hij zich een beslist voorstander toonde van het overbrengen van het beheer der irrigatie-afdeelingen op Java van het Departement der B.O.W., naar dat van Landbouw.
In November 1910 verliet hij, hoofdzakelijk wegens gezondheidsredenen, Nederland en vestigde zich voor goed in Zwitserland te Clarens, aan het meer van Genève. Hij bleef echter belangstellen in Indische zaken. In 1911 verscheen te 's-Gravenhage bij G. A. Kottman, een lijvige brochure, getiteld: "Nogmaals irrigatie en landbouw op Java, een woord over het overbrengen der irrigatie-afdeelingen naar het Departement van Landbouw." Hij behandelt hierin zeer uitvoerig hetzelfde onderwerp, waarover hij in zijn Haagschen tijd in 1907 had geschreven. Over het irrigatiebeheer had hij in zijn Indischen diensttijd trouwens veel ervaring opgedaan, en hij trok hierin zeer beslist partij voor de bemoeienis van landbouwdeskundigen, hoofdzakelijk in het belang van den inheemschen landbouw met de bevloeiing. Ik heb in De Ingenieur 1911, n°. 42 in een artikel "Irrigatie en Landbouw" ook een overzicht gegeven van zijn denkbeelden.
NUHOUT VAN DER VEEN heeft 20 jaren te Clarens gewoond en hij was langzamerhand vervreemd van den Nederlandsch-Indische ingenieurswereld, waarvan hij in zijn diensttijd een der toongevende figuren was.
Hij overleed te Clarens 31 Maart 1931. Aan de toewijding van zijn echtgenoote, Anna Kraal, die 47 jaar lief en leed met hem gedeeld heeft, dank ik de kennisneming bescheiden, die mij in staat stelden, dit levensbericht te geven.
Ir. R. A. VAN SANDICK.
(De Ingenieur, no. 24-1931, Algemeen gedeelte 24, blz. A 248)
V-d Abraham Nuhout van der Veen, geboren omstreeks 1854 als zoon van Joachim Elisa Nuhout van der Veen (IV-a) en Maria Johanna Henriette Charlotte Biskanter. Abraham is overleden op 03-04-1897 in Montreux (Zwitserland), ± 43 jaar oud.
Notitie bij Abraham: lid van den Raad van Justitie te Batavia
Abraham trouwde, ± 30 jaar oud, op 15-01-1884 in Batavia met S.C. Nederburgh. S.C. is overleden op 06-05-1925 in Leiden.
VI-a Amelia Caroline Elisabeth Nuhout van der Veen, geboren op 22-04-1875 in Alkmaar als dochter van Joachim Nuhout van der Veen (V-b) en Caroline Antoinette toe Laer. Amelia Caroline Elisabeth is overleden op 12-02-1965 in Den Haag, 89 jaar oud.
Notitie bij Amelia Caroline Elisabeth: woonplaats:
Nederlandsch Indië
4-5-1921 Voorburg, Dr. Blookerstraat 32
11-10-1963 Boskoop, Laag Boskoop 2
20-1-1965 Den Haag, Van Blankenburgstraat 249
Amelia Caroline Elisabeth trouwde, 42 jaar oud, op 20-06-1917 in Den Haag met Johan Willem Barkeij, 61 jaar oud, geboren op 06-08-1855 in Zoeterwoude. Johan Willem is overleden op 08-11-1920 in Port Said (Egypte), 65 jaar oud.
VI-b L.W.Ch Nuhout van der Veen, dochter van Johannes Nuhout van der Veen (V-c) en Anna Adelaïda Pauline Kraal.
L.W.Ch trouwde met Donald L. Galbraith.